Tips voor docenten
• Plan wekelijks een klassikaal moment om samen in de Basic te werken.
Neem samen de informatie door over plannen en organiseren en voer hier dan een klassengesprek over. Of start samen een oefening op, waar de leerlingen vervolgens zelfstandig of in een groepje mee aan de slag gaan.
• Neem het eens mee in de weektaak.
Bij sommige oefeningen kun je de verwerking ook eens opnemen in de weektaak. Het kan dan leuk zijn om dit samen met een maatje te doen, van elkaar leren ze veel!
• Bespreek de ervaringen die ze opdoen.
Het gesprek over de ervaringen die ze opdoen is het allerbelangrijkst. Hierdoor maak je de kinderen bewust en maken ze de vaardigheid meer eigen. Stel eens vragen zoals: ‘Hoe heb je het aangepakt?’, ‘Wat heb jij ervaren bij deze oefening?’ of ‘Wat vind je belangrijk en neem je mee voor jezelf?’
• Geef een opdracht mee als huiswerk.
Op deze manier betrek je de ouders er ook bij, maar geef de opdracht niet helemaal uit handen. Bijsturen indien nodig en zicht houden op wat er bij de leerling gebeurt, blijft belangrijk.
• Pak de Vaardighedencirkel (oefening 2) er eens bij als je een coach- of oudergesprek voert.
Hoe kijkt het kind zelf naar deze vaardigheden en hoe kun je als leerkracht en ouder hierbij ondersteunen?
• Laat je leerlingen zelf denken en redeneren.
Er is natuurlijk geen goed of fout, het gaat over ervaring opdoen en bewust worden. Neem daarom een begeleidende en coachende rol aan als jullie samen aan de slag gaan met het oefenen.